Interview met Willem van Twillert door Onno Vos
Presentatie beknopte Voorspelen
AMERSFOORT – “Het is een soort bezetenheid.” Maar waar die bezetenheid vandaan komt; dat weet Willem van Twiller niet. Hij is fulltime bezig met het orgel. Hij geeft les, schrijft erover, componeert en speel natuurlijk zelf. Aanstaande zaterdag presenteert hij in de Sint Joriskerk de eerste drie delen van zijn Beknopte Voorspelen.
Hij zal spelen, maar in zijn speech maakt hij ook een statement. “Sommige organisten worden uitgebuit.”
In september begon hij met het componeren van zijn eerste versies van de Beknopte Voorspelen. In elk deel staan dertig muziekstukken die gemaakt zijn voor de psalmen. Met deel drie is Twillert bij psalm 90 aanbeland. De geboorte van deel vier en vijf laat hij afhangen van het succes van de eerste drie delen.
Willem van Twillert: “Een van mijn studentes bracht mij op het idee om met deze serie te beginnen. Zij was gevraagd door haar kerk om zo snel mogelijk in dienst te treden als organiste. Het spelen was geen probleem; maar de improvisatie wel. Het is voor mensen soms een mentale belasting om te improviseren. Dat meisje speelt nu mijn voorspelen.”
Zijn ervaring is dat vooral vrouwen moeite hebben met improvisatie. “Het heeft te maken met het verschil tussen man en vrouw. Een vrouw wil zekerheid. Mannen doen dingen gewoon en dan zien ze wel wat het wordt. Een man springt over de sloot, een vrouw gaat op zoek naar de brug.”
Bekaaid
Zaterdag wordt het eerste exemplaar uitgereikt aan wethouder De Man. Willem van Twillert zal ingaan op de ontstaanstijd van de psalmmelodieën em zijn motivatie en werkwijze voor zijn boeken. In zijn speech wil hij de positie van jonge organisten aan de kaak stellen: “Ik heb studenten van rijke kerken. Die onderhouden talrijke zendelingen en geven de dominees hoge salarissen. Dat is prima, maar de organist komt er bekaaid af. Een student betaalt per jaar elfhonderd gulden lesgeld en moet daarnaast voor ongeveer zevenhonderd gulden boeken kopen. En dan krijgen ze van de kerken een jaarlijkse vergoeding van hooguit vijfhonderd gulden. Sommigen krijgen zelfs niets. Ik vind dat alle kosten gedekt moeten worden. Nu worden er organisten uitgebuit.”
Hij benadrukt dat er veel kerken zijn die het wel goed doen. Ongeveer de helft van de kerken betaalt de onkosten: “Het is vaak onwetendheid. Een ouderling zegt tegen mij: ik doe het toch ook voor niets. Maar dan vergeet hij dat een organist per dag wel anderhalf uur moet oefenen. Voor niets. En het begeleiden van de gezangen vindt men vanzelfsprekend. Een organist hoort pas iets als het misgaat en het gekke is dat gemeenteleden het helemaal met mij eens zijn. Het is een bestuurlijke kwestie.”
Cum Laude
Willem van Twillert studeerde in 1978 cum laude af aan het Sweelinckconservatorium in Amsterdam. Nu is hij met veel plezier organist van de drie samenwerkende kerken in Amersfoort. Tevens is hij een van de redacteuren van het tijdschrift ‘de Orgelvriend’. Hij is fulltime bezig met het orgel. “Het leukste van mijn vak is dat ik kan doen waar ik zin in heb. Ik kan gaan componeren, onderzoek doen, spelen. Of wat administratie.”
Joe Jackson
Er zijn dagen dat hij geen zin heeft in orgelmuziek. Dan zet hij wat anders op. Meestal klassiek, maar soms ook Joe Jackson of Jan Akkerman.
“Soms waarschuw ik mijn studenten dat ze niet neerbuigend moeten doen over popmuziek. Dan zeg ik: zij spelen tenminste nog eigen muziek en jij zit Bach te coveren.”
“Mensen denken soms ook dat ik het uit mijn mouw schud. Maar voor elke vijf minuten muziek staat tien uur studie. En elke zondag zit ik s ‘ochtends om acht uur de liederen en overige muziek van die ochtenddienst door te nemen. Misschien hoeft het niet maar zo voel ik me er lekker bij. Natuurlijk is het ook talent, maar je moet altijd oefenen. De jongens van Ajax hebben talent, maar waarom trainen ze elke dag? Het is hun vak. Ze moeten scherp zijn en er staan.”